Inhoudsopgave
Wat je nodig hebt om tafeltennis te spelen
Elke sport heeft een bepaalde uitrusting en bij tafeltennis bestaat deze uit een tafel, net, batje en een balletje. Het oppervlak van de tafel is rechthoekig, 274 cm lang en 152,5 cm breed. De hoogte van het speelvlak ligt 76 cm boven de vloer. Zorg ervoor dat er rondom de tafel voldoende ruimte is om te bewegen, zodat je vrij kunt spelen. De meest gebruikelijke ruimte rondom is 6 meter bij 3,6 meter.
De basic tafeltennis regels
Tafeltennis wordt gespeeld op een rechthoekige tafel dat wordt verdeeld door een net in het midden. Elke speler gebruikt een batje om het balletje over het net te slaan. Het spel begint met een opslag en wordt gevolgd door een rally van slagen. Het doel is om de bal zodanig terug te slaan dat de tegenstander deze niet correct kan retourneren. De eerste speler die 11 punten bereikt met minstens twee punten verschil, wint de game.
Hoe serveer je in tafeltennis?
De opslag is een fundamenteel onderdeel van tafeltennis. Bij het serveren moet je ervoor zorgen dat het balletje eerst op jouw kant van de tafel komt en vervolgens over het net heen op de kant van de tegenstander komt. Dit lijkt eenvoudig, maar vereist oefening en precisie.
Een service die het net raakt, wordt altijd opnieuw gespeeld. Als de bal in het net belandt of buiten de tafel valt tijdens de opslag, krijgt de tegenstander direct een punt. Er is geen mogelijkheid voor een tweede opslag na een foute service. Tot slot wisselt de speler die serveert na elke twee punten. Je mag de bal serveren waar je maar wil. Alleen bij een dubbelspel is diagonaal serveren verplicht.
Het verloop van het spel
Fouten tijdens het tafeltennis spel
Fouten maken kan altijd, maar dan is het wel zo handig om te weten wat bij tafeltennis fout kan doen. Als tijdens een opslag de bal het net raakt maar wel op het speelvlak van de tegenstander komt, wordt het punt opnieuw gespeeld. Dit heet een ‘let’. Een bal die de rand van de tafel raakt (edge balls), zijn daarentegen wel toegestaan.
Als gevorderde sporter kun je wat zwaardere en moeilijkere oefeningen doen. Bijvoorbeeld met een olympische stang. Je kunt het jezelf zwaarder maken door sneller te trainen, blijf wel goed op de techniek van de oefening letten.