Squash is de afgelopen jaren sterk aan populariteit gegroeid. En dat is niet zonder reden. Of je nu een professional bent of simpelweg op zoek bent naar een nieuwe bezigheid, squash is een uitdagende sport die goed is voor het verbeteren van je conditie. In deze blogpost zullen we de squash regels behandelen, zodat je kunt beginnen met spelen of om je kennis van deze sport kunt verdiepen.
Inhoud van deze blog
De Historie van Squash
Squash, ontstaan als een variant van tennis in de 19e eeuw, heeft een oude geschiedenis. In het Verenigd Koninkrijk begon het als “squash rackets,” gespeeld in smalle gangen waar ballen tegen muren stuiterden. Het was letterlijk een “knijpspel” vanwege de beperkte ruimte. Het spel verspreidde zich wereldwijd als een sport met legendarische spelers en wedstrijden. Tegenwoordig is squash internationaal bekend. Ook in Nederland wordt de sport veel beoefend. Hieronder leggen we je graag de squash regels uit.
De squash regels
Squash is een sport waarin twee spelers (of vier in het geval van dubbelspel) zich uitleven op een vierkant speelveld met rackets en een stuiterende rubberen bal. Het doel is om punten te scoren door de bal met kracht tegen de muur te slaan, zodat je tegenstander of medespeler er niet in slaagt om deze terug te spelen. Het kan worden vergeleken met trefbal, maar dan voor volwassenen. Dit zijn de belangrijkste squash regels op een rij.
Laten we beginnen met de eerste squash regel. Normaal gesproken wordt squash gespeeld door twee spelers (of vier in dubbelspel). Jij (en je medespeler) bevinden zich op het vierkante speelveld met rackets in de hand en een stuiterende rubberen bal. Het doel? Punten scoren!
Nu komt het boeiende gedeelte. Om punten te scoren, moet je de bal tegen de muur slaan zodat je tegenstander (of tegenstanders) deze niet kunnen terugslaan. Wees alert, want de bal kan overal naartoe stuiteren, en je moet snel en wendbaar zijn om deze bij te houden.
Wie mag er serveren?
De serveerder mag bij het starten van een nieuwe game of tijdens begin van een servicebeurt het servicevak kiezen. Bij de eerste game wordt dit bepaald doormiddel van een toss, hierna serveert altijd degene die de voorafgaande game of punt heeft gewonnen. Na het serveren moet je wisselen van servicevak, totdat de serveerder een punt verliest en de andere persoon mag serveren.
Hoe moet je serveren?
Voor de service worden de 2 grote achterste vakken gebruikt als servicevak. De serveerder speelt vanaf het kleine vakje (minimaal in voet in het kleine vakje) de bal direct tegen de voormuur, tussen de middelste en bovenste rode lijn. De bal moet hierna met of zonder de zijmuur te raken in het andere servicevak komen.
De service mag rechtstreeks uit de hand genomen worden of met een dropkick, eerste stuiteren en dan schieten. Er is geen tweede service.
Als je het eerste punt wint, mag je serveren vanaf de rechterkant, diagonaal naar de linker achterkant. Als je dat punt verliest, krijgt je tegenstander de kans om te serveren vanaf de linkerkant, diagonaal naar de rechterachterkant. Zolang je punten blijft winnen, mag je blijven serveren.
Een servicefout wordt gemaakt als je de servicelijn van het vak mist, de bal niet recht tegen de muur slaat of als de bal te hoog over het servicelijn vak aan de voorkant vliegt.
'Let' en 'Shot' beslissingen
Niet te vergeten is de scheidsrechter, die de squash regels goed in de gaten houdt. Als de bal vast komt te zitten in een lastige situatie, dan beslist de scheidsrechter. Soms wordt “let” geroepen als iets niet helemaal duidelijk is, en in dat geval wordt het punt opnieuw gespeeld.
Als een speler in de weg staat om direct de voormuur te raken, zonder de zijmuren te gebruiken, mag je niet doorspelen en moet je ‘Shot’ roepen. De speler die ‘Shot’ riep krijgt het punt. Wordt de bal toch geslagen dan moet je doorspelen.
Deze regel geldt niet als er tijdens het spel zo van positie wordt veranderd dat de andere speler er niks aan kan doen. Er wordt dan een ‘Let’ gespeeld, opnieuw serveren zonder punten toekenning.
De scheidsrechter heeft de leiding over de situatie en beslist wie punten verdient. Houd dus goed in de gaten wat de scheidsrechter beslist, want deze beslissingen kunnen je spel maken of breken!
Als je vooral voor je plezier squasht, dan is er (meestal) geen scheidsrechter aanwezig. Zorg dat vooral dat er eerlijk gespeeld wordt en bij twijfel speel je een bal opnieuw.
Puntentelling
Daarnaast is er de puntentelling. Gewoonlijk wordt gespeeld tot 9, 11 of 13 punten, afhankelijk van wat er vooraf is afgesproken. Als de score 8-8 bereikt, wordt het spannend, omdat je dan met een verschil van twee punten moet winnen.
Hoe scoor je een punt?
De bal moet direct of na 1 stuit terug geschoten worden tegen de voormuur, dit mag ook via de zijmuren. De achtermuur mag niet gebruikt worden om de bal tegen de voormuur te krijgen en de bal mag niet rechtstreeks via de voormuur tegen de achtermuur komen.
De bal moet tussen de onderste en bovenste rode lijn de voormuur raken. Als de tegenstander de bal niet op de juiste wijze retourneert of de bal niet kan terugslaan dan is de punt voor de serverende partij. Als de tegenstander de punt wint, dan krijgt hij de service en zo kan hij / zij punten gaan scoren.
Het mooie aan squash is dat het een snel en intensief spel is. Het is als een kat-en-muisspel in een ruimte vol muren. Als je van actie, strategie en een adrenaline houdt, is squash beslist iets voor jou. Lees deze blog over squash regels grondig door, grijp een racket en daag je vrienden uit.
De benodigdheden
Om squash te kunnen spelen heb je een racket en een bal nodig. Rackets worden tegenwoordig gemaakt van lichte materialen zoals grafiet, wat betekent dat ze duurzaam zijn en je een goede wendbaarheid geven. Rackets zijn verkrijgbaar in allerlei vormen en maten. Er zijn lichte en zware rackets, rackets met strakgespannen snaren en rackets met losser gespannen snaren. Het kiezen van een racket is belangrijk, want je wilt een racket dat past bij je speelstijl en vaardigheden. Bij Tesqua kun je een racket huren.
De ballen zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren, waarbij elke kleur unieke stuitereigenschappen heeft. Een bal met dubbele gele stip is geschikt voor gevorderde spelers, aangezien deze laag stuiteren. Aan de andere kant, een bal met enkele gele of rode stip is meer geschikt voor beginners of voor gebruik onder koudere omstandigheden, omdat deze ballen hoger stuiteren. De bal met de blauwe stip is het meest geschikt voor de beginnende squasher.
We nodigen je graag uit voor een potje squash bij Tesqua!
Op dit moment ben je (een beetje) bekend met de basis squash regels en de benodigdheden om een potje squash te spelen. Nu is het tijd om aan de slag te gaan! Squash is een competitieve sport die je snel oppikt, maar waarin je kunt blijven groeien. Of je nu nog nooit eerder een racket hebt vastgehouden en gewoon wilt begrijpen hoe het werkt, of dat je een ervaren rot bent die zijn spel naar een hoger niveau wil tillen.
Hopelijk heeft deze uitleg je geholpen om de basis squash regels te begrijpen. Pak nu je racket, schrijf je bij ons in en kom langs om een potje te squashen!
Veelgestelde vragen over squash
De bal moet direct of na 1 keer stuiteren terug tegen de muur geschoten worden. Daarbij moet de bal tussen de onderste en bovenste rode lijn komen. Als je tegenstander de bal dus niet goed tegen de muur slaat of niet terug kan slaan dan is het een punt voor jou.
Serveren in squash doe je in de 2 grote vakken. Die heten het servicevak. Degene die serveert speelt vanuit het kleine vakje in het servicevak de bal via de voormuur in het andere grote vak. Daarbij mag je de bal in één keer uit de hand opslaan, maar het mag ook met een dropkick.
Om een potje te kunnen squashen heb je eigenlijk niet veel nodig. Het enige wat je écht nodig hebt zijn een racket en een bal. Rackets en ballen verschillen dan ook erg van elkaar. Zo zijn er lichte en zware rackets en ballen die lager en hoger stuiteren.